Adviezen vanuit de Bijbel

Moeten vrouwen zwijgen in de gemeente


Moeten vrouwen zwijgen in de gemeente? - In de tijd waarin we nu leven, hebben we te maken met het streven naar absolute gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Waar vroeger nog verschil was, is dat er nu niet meer of men doet er alles aan om dit te veranderen. Alhoewel meningen van mensen door de tijd heen snel kunnen veranderen, is God in Zijn mening nooit veranderd.

Het is duidelijk dat zowel man en vrouw beiden verschillend door God geschapen zijn. Zij zijn geschapen met verschillende eigenschappen, gaven en talenten om elkaar aan te vullen. Mannen en vrouwen verschillen zowel mentaal, psychisch en geestelijk, als ook lichamelijk. Dit laatste geeft onmiskenbaar aan dat man en vrouw nooit gelijk kunnen zijn, maar dat ze hun eigen specifieke taak en roeping hebben.

Ook in de gemeente moet dat zo zijn en moeten man en vrouw elkaar aanvullen met de eigen gaven en talenten, ook dan zijn ze niet automatisch gelijk. Vrouwen hebben net als mannen een belangrijke rol, niet alleen in het gezin, maar ook in de gemeente. Er is dus absoluut geen sprake van dat vrouwen minder belangrijke taken hebben in de gemeente.

Echter, bij dit onderwerp is onder christenen beslist sprake van twee sterk uiteenlopende standpunten, die lijnrecht tegenover elkaar staan.

1. Sommigen gaan namelijk alleen uit van Gal.3:27, 28 en lezen de rest van de Bijbel, voor wat betreft dit onderwerp, door deze bril. Hier staat "Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed. Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk en vrouwelijk: gij allen zijt immers een in Christus Jezus."

Men concludeert dan hieruit dat er nu in Christus een absolute gelijkheid is van man en vrouw, zodat er geen enkel onderscheid in positie, rol en taak is.

2. Daar tegenover staat een heel ander standpunt, dat is dan tegelijk het andere uiterste. Daarbij gaat men alleen uit van de z.g. zwijgteksten als 1 Kor. 14:33-35 en 1Tim.2:11-15, waarin Paulus zegt dat vrouwen moeten zwijgen en zeker geen onderwijs mogen geven.

Men concludeert dan dat de vrouw in het 'geheel' niet mag spreken in de gemeente en zeker geen taken mag uitvoeren waarbij er sprake is van onderwijs in 'welke vorm dan ook'.

Maar uiteraard zullen we altijd de genoemde Bijbelteksten in samenhang met andere teksten moeten zien. We lezen namelijk naast deze genoemde teksten, nog veel meer over vrouwen en hun roeping en bediening in het Nieuwe Testament.

- In de evangeliƫn lezen we b.v. van Jezus en de apostelen die vergezeld werden door vrouwen die hen 'dienden met hetgeen zij bezaten' (Luk. 8:1-3; Mark. 15:40,41). Hier gaat het duidelijk om praktische hulp.
- Maar Paulus noemt uitdrukkelijk ook de hulp van vrouwen m.b.t. zijn bediening (Rom.16:1-7, 12-13; Filip. 4:2-3). Het gaat hier duidelijk om hulp ten behoeve van het evangelie. Deze teksten geven niet in detail aan waaruit deze hulp bestond, maar andere teksten werpen daar wel licht op: b.v. Febe wordt diacones genoemd (Rom. 16:1) en het is dus aannemelijk dat ze in de leiding van de gemeente als zodanig actief was. Van Tabitha weten we dat ze diaconaal werk deed. (Hand. 9:36-43).
- Een gemeente kwam samen bij een zekere Nymfa (Kol. 4:15), hoewel er niets bij staat over de rol van deze Nymfa, is het aannemelijk dat ze een leidinggevende rol had in deze samenkomst.
- We vinden ook diverse teksten in verband met het geven van onderwijs door vrouwen. Bijvoorbeeld: we lezen dat Aquila en Priscilla, onderwijs gaven aan Apollos. "Ze legde hem de weg Gods nauwkeuriger uit". (Hand. 18:26). Overigens worden ze wel altijd samen genoemd, maar het is niet aannemelijk dat Priscilla daarbij gezwegen heeft en Aquila alleen aan het woord was.
- Paulus roept ook vrouwen op die ouder zijn, om andere vrouwen onderwijs te geven (Tit. 2:3-5). - Als we de teksten 2Tim.1:5 en 2Tim.3:14,15 samen lezen, zien we dat vrouwen een zeer belangrijke rol speelden in de opvoeding van kinderen, ze gaven duidelijk onderwijs aan hen uit de Bijbel.
- Paulus staat vrouwen ook toe om te bidden en te profeteren (1 Kor. 11:5; vgl. ook Joel 2:28,29), lees hiermee in verband ook Hand. 21:8-9 waar we lezen over 4 vrouwen die profetessen waren.

De conclusie uit deze teksten is dat vrouwen beslist allerlei taken in de gemeente hadden en daarin zeker een belangrijke rol vervulden met hun specifieke gaven. Dit zien we ook in 1 Kor. 12 waar gesproken wordt over verscheidenheid aan gaven die aan allerlei mensen in de gemeente gegeven zijn en waarin dus duidelijk geen voorbehoud wordt gemaakt voor vrouwen.

De moeilijke teksten
Maar nu de moeilijke teksten over dit onderwerp, waar vaak nog zo verschillend over gedacht wordt. De vraag is natuurlijk, hoe de teksten als hierboven, te rijmen zijn met de 'zwijgteksten' zoals we lezen in 1 Kor. 14:33-35 en 1Tim.2:11-15.

- In 1 Kor. 14:34-35, lezen we "Laten uw vrouwen in de gemeenten zwijgen. Het is hun immers niet toegestaan te spreken, maar bevolen onderdanig te zijn, zoals ook de wet zegt. En als zij iets willen leren, laten zij dat dan thuis aan hun eigen man vragen. Het is immers schandelijk voor vrouwen om in de gemeente te spreken."

In het licht van hetgeen we gelezen hebben over de bediening van vrouwen in het Nieuwe Testament, is het duidelijk dat we de regel in deze teksten niet 'in absoluut zin' moeten verstaan. Want, als we het echt absoluut moeten zien, dan betekent dat dus dat de vrouwen in de gemeente absoluut stil moeten zijn, ze mogen zelfs niet fluisterend of een vraag stellen, ook niet buiten. Nee, ze moeten eerst wachten tot ze thuis zijn, om dan hun man te vragen, want die weet alles. Ook staat dat recht tegenover de woorden van Paulus in 1 Kor.11:2-16, waar hij zegt dat vrouwen in de gemeente mogen bidden en profeteren. Als we de teksten in 1 Kor.14 echter goed lezen, zien we duidelijk dat het hier gaat over het profeteren in de gemeente en met name 'over het belang van het beoordelen van de inhoud van de profetie'. Paulus zegt dat namelijk profetie beoordeeld moet worden (1 Kor.14:29-33).

In 1 Kor. 14: 33-35 zegt Paulus dus 'feitelijk' dat vrouwen niet mogen deelnemen aan het beoordelen van de profetie in de samenkomst van de gemeente, omdat dit gebeurde door de oudsten. Dat bedoelde hij, niet meer, maar ook niet minder. Het is dus duidelijk dat vrouwen wel mochten profeteren in de gemeente (1 Kor. 11 en 1 Kor.14).

- In 1 Tim. 2:11-15 lezen we : "Een vrouw moet zich rustig, in alle onderdanigheid, laten onderrichten, maar ik sta niet toe, dat een vrouw onderricht geeft of gezag over de man heeft; zij moet zich rustig houden." Mensen, die de volkomen gelijkheid van man en vrouw benadrukken en alle functies in de gemeente ook open willen stellen voor vrouwen, hebben uiteraard veel moeite met deze teksten. Maar ook hier moeten we ons afvragen: wat betekent deze tekst van Paulus feitelijk?

Als Paulus zegt dat de vrouw rustig en onderdanig zich moet laten onderrichten, betekent dat feitelijk gewoon dat een vrouw het gezag van de oudste in de gemeente moet aanvaarden. Omdat het hier stellig over een bijeenkomst van de gemeente gaat, moeten we bij 'de man' denken aan de oudsten van de gemeente. Zij hebben in de gemeente in de eerste plaats de taak om leiding en onderwijs (1 Tim. 5:17) te geven. Zij zijn ook als eerste verantwoordelijk voor het geestelijk beleid en bestuur in de gemeente en daarnaast ook voor het verkondigen van de juiste leer. Hier in dit vers staat Paulus vrouwen niet toe in het openbaar in een bijeenkomst van de gemeente gezag uitoefenen en/of onderwijs geven als daar oudsten zijn om het te doen. Natuurlijk geldt dat voor iedereen in de gemeente, maar er moet een goede reden geweest zijn waarom Paulus dit met name van de vrouw zegt.

Binnen de toenmalige cultuur was het voorheen, vanuit dat Griekse denken, uitgesloten dat vrouwen samen met mannen samenkomsten bezochten. Maar nu kwamen deze zusters hier opeens op voet van gelijkheid te staan met de broeders, dit was dus geheel nieuw. Daarom kon dit nogal wat chaos en onrust veroorzaken en hier wilde Paulus dus iets aan doen. Paulus was dus bezig wanorde, tumult, tijdens de samenkomsten aan te pakken en daarom spreekt hij hier speciaal de vrouwen aan om niet door de samenkomst heen te praten. Het is dus absoluut niet een verbod op het geven van allerlei vormen van onderwijs door vrouwen, maar wel dat niet iedereen in de gemeente dezelfde bevoegdheid had. Het gezag van oudsten was duidelijk verschillend, zoals we ook lezen in 1 Tim. 3:2; 5:17; Tit. 1:9. Uit deze teksten kunnen we wel de conclusie trekken dat in de dagen van Paulus, het ambt van oudste niet open stond voor vrouwen. Maar dit heeft vooral te maken met de gezagsverhoudingen tussen mannen en vrouwen in die tijd.

Wat betekent dit woord 'zwijgen' hier feitelijk?
We gaan nu een Bijbeltekst lezen waar gezegd wordt dat juist de mannen moesten zwijgen.
Handelingen 12:17 "En hij wenkte met zijn hand, dat zij zwijgen moesten, en verhaalde hun, hoe de Heer hem uit de gevangenis had geleid..".

De opdracht hier is in het Griekse grondwoord exact dezelfde, alleen worden dan de broeders bedoeld. Ze moesten zwijgen want Petrus had iets te zeggen. Het zwijgen was echter beperkt tot een bepaalde situatie en dit is ook het geval als Paulus de vrouwen in de gemeente gebied om te zwijgen.

Maar ook in Paulus dagen waren er 'vrouwen' die een speciale roeping hadden in de leiding van de gemeente, hierbij denken we aan 'dienaressen' zoals Phebe (Rom.16:1), een diacones (=dienares) van de gemeente te Kenchreae. Deze vrouwen hoorde beslist ook bij de vergadering van oudsten en droegen medeverantwoordelijk voor het geestelijk leiderschap van de gemeente.

In de geschiedenis hebben vrouwen vaak een belangrijke rol gespeeld in zending. Soms kregen vrouwen daarin zelfs meer vrijheid dan in de eigen thuisgemeente omdat er geen mannen beschikbaar waren.

God verleende in het oude testament vrouwen ook vaak geestelijk gezag. Ze waren zelfs godsdienstige leiders van Gods volk, denk aan Mirjam, Debora en Esther. Geestelijke gaven in de gemeente zijn onafhankelijk van iemands geslacht en een tiental van de gaven kunnen niet zonder een spreken uitgeoefend worden. Dit spreken door vrouwen gebeurde ook in de eredienst van de gemeente (1 Kor. 11:5; 14:26; Kol. 3:15-16).

Vrouwen hebben vaak specifieke gaven en eigenschappen waardoor zij een belangrijke rol spelen in het pastoraat, zangleiding, onderwijs in kringen. Daarnaast kunnen vrouwen een bijzondere roeping of bediening van God ontvangen, waardoor ze een belangrijke aanvulling kunnen zijn voor oudsten. De ervaring leert dat hierin man en vrouw elkaar uitstekend kunnen aanvullen.

HH

Advies nodig? Mail ons gerust (zie contact), we gaan er discreet mee om en u krijgt altijd binnen twee dagen antwoord.